Je kind eet graag. Je kind eet graag lekker. Je kind eet graag veel. Proficiat, je hebt een bourgondiër aan tafel. Veel kans dat het daarmee niet erg veel verschilt van de andere tafelgenoten, want wie houdt er niet van eten. En toch wil je er iets aan doen. Dat is verstandig, want na de heerlijke maaltijd komt vaak een gevoel van spijt. Een besef van impact op het lichaamsgewicht en het figuur, op de vrolijkheid en de sociale aanvaarding. Niemand wil die tristesse in de ogen van z’n kind ontdekken.

We gaan er dus iets aan doen. Da’s goed, maar hoe? Liefst van al zonder de lekkere dingen te moeten ontzeggen. Liefst van al zonder op de porties te moeten toezien. Liefst van al zonder je kind een dieetstempel te geven. Dat hoeft gelukkig niet. Laat ons samen eens kijken naar de kleine veranderingen die een grote impact kunnen hebben.

De kwaliteit van de maaltijden, bijvoorbeeld. Dan gaat het trouwens niet over dure of goedkope grondstoffen. Het gaat evenmin over toegelaten of verboden levensmiddelen. Alles kan en alles mag, dat is het credo. Verbieden werkt trouwens niet. Of jawel, het werkt, maar dan contraproductief. Het menselijk brein kent het woord niet toch niet. Doe de oefening maar eens: de volgende tien seconden denk je niét aan een roze olifant op rolschaatsen. Voila! Punt gemaakt. Het enige wat prompt op je netvlies staat is jawel, die roze olifant op rolschaatsen. Tegen je kind zeggen dat het niet mag snoepen werkt dus euuuh.. niet.

Wat wel werkt is het idee ‘overwegend gezond’. In de combinatie vaak gezond en altijd lekker zit het geheim tot succes. Wat lekker is hoef je niemand te leren. Wat gezond is wel. Door de dingen uit te leggen bied je het kind een kenniskader. Zo kan je bijvoorbeeld uitleggen dat sommige voedingsmiddelen belangrijk zijn voor de groei, of dat bepaalde voeding je dan weer helpt bij het studeren. En dat andere dingen gewoon lekker zijn voor af en toe. En dat variatie gezond is.

Zorg ook voor een betrokkenheid. Laat je kind de menukeuze mee bepalen en de boodschappen mee doen. Laat het mee koken. Zo kan het reeds voor de maaltijd ten volle genieten van alle sensorische prikkels.

Wie kwaliteit zegt, denkt natuurlijk ook aan kwantiteit. Hoeveel je kind eet staat in rechtstreeks verband met zijn of haar hongergevoel. Je doet er trouwens goed aan steeds af te toetsen of “Ik heb honger” ook daadwerkelijk betekent dat het lichaam behoefte heeft aan energie. Voor hetzelfde geld is de prikkel tot eten te herleiden tot een primaire emotie zoals verveling of verdriet.  “Ik werd vandaag op school gepest. Dat maakt mij verdrietig en eten kan mij troosten” is dan niet hetzelfde als “Na de intensieve turnles van deze namiddag ben ik wat duizelig en eten kan mij er bovenop helpen”. Het laten uitspreken van het breder kader kan dus tot een beter inzicht leiden. Wist je trouwens dat honger in de meeste gevallen eerder dorst is? Laat ons dan ook afspreken dat we bij honger eerst een of twee glazen water drinken om daarna onder woorden te brengen wat we voelen. Laat vervolgens die gevoelens tien minuten toe. Blijft je ervan overtuigd dat je eten nodig hebt, dan kan je daarna nog altijd iets nemen. Die iets is dan overwegend gezond.

De volgende vraag is natuurlijk hoeveel. Op zich heeft een kinderlichaam een goede hongerthermostaat. je kind kan dus prima inschatten hoeveel het nodig heeft, en wanneer het genoeg heeft. Je hoeft als ouder dus niet vooraf de portie vast te leggen. Ad libitum heet dat dan. Het is ok als je eet wat je buikje vraagt. Om te vermijden dat je kind z’n ogen groter zijn dan z’n buik laat je het vooraf z’n honger schalen. Op tien bijvoorbeeld, waar nul op tien betekent dat er absoluut geen honger is, en tien op tien zal staan voor een reuzehonger. Beide uitersten vragen aandacht van de ouder, want dan is er iets loos, maar alle tussencijfers zijn prima. Snijd bijvoorbeeld de aardappelen of de boterhammen in kwartjes. Voor elk tiende van honger kan dan een kwartje op het bord gelegd worden. Spreek ook een evenwicht af in de maaltijdsamenstelling. Zo kan je bijvoorbeeld voor elk kwartje van een aardappel automatisch een lepel groenten toevoegen. Bijvragen kan nadien nog altijd, en weet je wat? Je bord niet leegeten is ook prima!

Om tijdig te stoppen met eten is het zaak van op tijd de verzadiging te voelen. Die verzadiging treedt ten vroegste op twintig minuten na aanvang van de maaltijd. Rustig eten en goed kauwen zijn dus de boodschap.  Eten met mes en vork, of eten met je niet-dominante hand kan je helpen die twintig minuten in te vullen. Eten bij de computer of de TV zorgt ervoor dat alle hersenaandacht daarnaartoe gaat, zodat de verzadiging niet gevoeld wordt. Te vermijden dus. Etenstijd moet draaien rond kleur, geur en smaak!

Je kind mag dus graag eten. En je kind mag graag lekker eten. Wens het vooral smakelijk eten!

Get in touch with fabulou!s

11 + 10 =

fabulou!s

 

Zandstraat 52, 2300 Turnhout

 

Bel

+32 (0) 467 027 444

 

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring te bieden. Als u doorgaat met deze website te gebruiken klikt u op "Accepteren" om akkoord te gaan met deze instellingen. Wilt u het volledige privacy & cookiebeleid lezen klik dan op de vermelde link in de banner helemaal onderin de site

Sluiten